De Europese Commissie heeft Nederland verzocht om ervoor te zorgen dat de Europese richtlijn over de energie-efficiëntie van gebouwen volledig wordt omgezet in nationaal recht. Op grond van deze zogeheten EPBD (Energy Performance of Buildings Directive)-richtlijn moeten de lidstaten minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe en bestaande gebouwen invoeren en toepassen, zorgen voor de energieprestatiecertificering van gebouwen en een regelmatige keuring van verwarmings- en airconditioningsystemen voorschrijven. Bovendien verplicht de richtlijn de lidstaten om ervoor te zorgen dat vanaf 2021 alle nieuwe gebouwen ‘bijna-energieneutraal’ zijn. Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 40 procent van ons energieverbruik. Door gebouwen energiezuiniger te maken kan Europa haar totale energieverbruik met 5 tot 6 procent verminderen.
Ook Italië en Polen nalatig
Naast Nederland hebben ook Italië en Polen de Europese EPBD-richtlijn nog niet volledig omzet in nationale wetten. Dit had uiterlijk op 9 juli 2012 moeten zijn gebeurd. Italië en Nederland hebben respectievelijk in januari en juni 2013 al een met redenen omkleed advies ontvangen, omdat zij geen maatregelen tot omzetting van de richtlijn hadden vastgesteld. Beide landen hebben intussen omzettingsmaatregelen vastgesteld, maar sommige bepalingen van de richtlijn zijn nog steeds niet omgezet. In juli 2014 besloot de Commissie Polen voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. Kort daarna heeft Polen maatregelen tot omzetting van de richtlijn vastgesteld. Bij nader onderzoek door de Commissie is echter gebleken dat enkele bepalingen van de richtlijn nog altijd niet zijn omgezet.
Twee maanden de tijd
De Europese Commissie heeft Nederland, Italië en Polen aanvullende adviezen gestuurd met het verzoek de overige bepalingen van de EPBD-richtlijn om te zetten. De lidstaten hebben twee maanden de tijd om de richtlijn volledig te implementeren. Indien de lidstaten niet binnen twee maanden aan hun wettelijke verplichting voldoen, kan de Europese Commissie de zaak in een later stadium voorleggen aan het Hof van Justitie en daarbij eventueel om financiële sancties verzoeken. Dat betekent dat Nederland voor de rechter kan worden gedaagd en eventueel een boete moet betalen omdat ze niet aan haar verplichting heeft voldaan.
Inbreukprocedures
Aangezien bij het verstrijken van de termijn geen enkele lidstaat alle EU-regels uit deze richtlijn had omgezet, heeft de Europese Commissie inbreukprocedures ingeleid tegen alle 28 lidstaten. In 2014 heeft de Commissie besloten België, Finland, Oostenrijk en Polen voor het Hof te dagen. Omdat België en Finland de richtlijn intussen volledig hebben omgezet, heeft de Commissie besloten de rechtszaken tegen die twee lidstaten in te trekken. De meeste lidstaten hebben nu voldaan aan hun omzettingsverplichting. De enige overblijvende inbreukprocedures zijn die tegen Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen en Tsjechië. Verdere gerechtelijke stappen in deze zaken kunnen worden verwacht in de volgende cycli van inbreukprocedures, aldus de Europese Commissie.
Redactie Ensoc, 30-apr-15
https://www.ensoc.nl/nieuws/nederland-nalatig-met-energiebesparing-gebouwen